Uitgelicht

Parcourskennis is alles…

Parcourskennis is alles…

Je hebt van die mensen, de pessimisten, die het glas halfvol als een tegenvaller zien: halfleeg. Er zit bijna niets meer in. Zo zijn er ook van die types die datzelfde glas halfvol zien als een meevaller. De optimisten dus. Ik zelf zie een halfvol glas als een mogelijkheid om bij te schenken. Wat zegt dat over mij?

Zo kwam ik dus na te denken over de indeling van Business Estafette Marathon in Rotterdam die ik met wat collega’s gaat lopen. De Marathon van Rotterdam (#de mooiste), maar dan niet de hele, maar 42km en 195 meter verdeel in 4 niet helemaal gelijke stukken, respectievelijk 9, 12, 8,6 en 12,5km en de bijpassende collega’s per etappe. Strootje trekkend kwamen we tot een indeling waarop de ene loper zich verheugde en de andere niet. Om die verkneukelende collega’s nog eenmaal te laten twijfelen of ze geluk hebben of niet, bedacht ik een stukje te schrijven waarin mijn ervaring met alle etappes van de BEM is opgeschreven vanuit mijn visie over het halfvolle glas.

Loper 1 denkt dat hij de mazzelaar is met de eerste afstand. In werkelijkheid mag hij een uur koukleumen in het startvak, moet hij het toezingen van Lee Towers ondergaan en als dat startschot dan eindelijk klinkt, moet zijn startvak nog een kwartier wachten. Vervolgens begin het geduw en getrek van de nerveuze menigte die allemaal denken nog een kans te hebben om de Kenianen in te halen. Hielen trappen, de dranghekken in, je maakt het allemaal mee als eerste loper. Vanaf de eerste meters na de start gaat het bergop, want de eerste hindernis van die dag is de Erasmusbrug, door Rotterdammers liefkozend de Zwaan genoemd. Loper 1 gaat van -3 naar +33,8 meter en ziet daar de eerste lopers al als stervende zwanen met kramp en trekkende benen neer zijgen op het asfalt. En voort gaat het, in razende vaart bergafwaarts richting de wijk Feyenoord. Na 4km duikt daar op rechts de Kuip op. Vanzelfsprekend zijn hoofd afwendend (hij komt uit Utrecht) en naar links kijkend ziet hij daar de Pathé bioscopen en denkt hij terug aan de bekende block-busters Chariots of Fire (muziek van Vangelis zwelt aan), The Marathon Man (Dustin Hofman) en de Nederlandse topper en must-see klassieker De Marathon (met 010 Cowboy John Buijsman). Na circa 9km mag hij het lintje overhandigen aan loper twee.

Loper twee loopt de tweede etappe. Waar iedereen denkt van: damn dat is 12km en best een beetje veel, denkt loper twee: “hmm 12km vlak en veel rechte stukken”. De lopers lopen ook niet meer zo dicht op elkaar en er is lekker de ruimte om tempo te maken.  Niet veel toeristische highlights hier. Er is veel openbaar groen op Zuid. Loper twee loopt door diverse parken waar niet zoveel publiek is. Lekker om de gedachten lekker te laten lopen, van de zon te genieten en het hoofd leeg te krijgen. Maar pas op: bij Westenwind krijgt loper twee het zwaar voor zijn kiezen. Na de Slinge komt het Zuiderpark, loopt hij nog een onder de bovengrondse metro door richting wisselpunt 3 in Charlois (neen je bent niet in Frankrijk, spreek uit ‘Sjaarloos’), en de Dorpsweg waar steeds meer publiek hem staat aan te moedigen en hij de spreekwoordelijke vleugels krijgt. Niet lang daarna kan hij het lintje overhandigen aan loper drie voor het derde stuk.

Loper drie loopt 8,6km en hij zal wel gedacht hebben: “eitje”. Maar voor deze loper is er direct na zijn start een “loper”, een lange langzaam klimmende helling waarbij je het gevoel hebt dat je benen al vanaf de start heel zwaar zijn. Het wordt niet voor niks weleens ‘vals plat’ genoemd. Dit is alleen nog maar vanuit de Dorpsweg richting de Oude Maas. Vanaf station Maashaven gaat het weer licht naar beneden door de Putselaan, om vanaf daar weer opnieuw te beginnen met een “loper’ via de Laan op Zuid en vervolgens de klim naar de Erasmusbrug. De Laan van Zuid en de Willemsbrug zitten op dat tijdstip zo onder de resten van gemorste sportdrank, dat de schoenen zuigend vastplakken aan het asfalt. De afdaling van de brug gaat lekker, maar laat je niet te hard gaan, want je krijgt nog een klim. De tunnel onder de Blaak gaat naar -30 meter en daarna weer omhoog. Daarna is het pas appeltje-eitje. Onder de Paalwoningen (Kubuswoningen: architect Piet Blom) door, linksaf naar de Mariniersweg waar je je lintje kan overhandigen aan loper 4.

Loper 4 staat al een paar uur op zijn benen te wachten voor zijn 12,5km eindspurt  en moet zich eerst door de dampende, bierdrinkende en rokende en kolkende mensenmassa van het gezellige Crooswijk wurmen en moet zich daarna weer proberen in te houden om niet te hard van stapel te lopen. Er ligt namelijk een sluipmoordenaar te wachten: het Kralingse Bos. Eenzaamheid, geen publiek en steeds meer uitvallers van de hele marathon. Hurkende mensen in de bosjes langs de weg, kotsende mensen, zwalkende mensen. Niet goed voor de moraal. Dit rondje alleen is al 5 slopende kilometers. Iedereen valt terug in zijn eigen malende gedachten. Dit is een mentale strijd. Hoe mooi is het dan als je het bos weer  uit loopt! Kralingen: lommerrijke lanen, villaatje links, villaatje rechts, beschaafde mensen, lieve kinderen met fruit, water en limo langs de kant. Dan nog een keer Crooswijk trotseren, onder de Paalwoningen door en na de Rabobank rechtsaf naar beneden de Coolsingel op en dan als een malle doordraven naar de finish. Juichend of dramatisch stervend over de finish, that’s the question. Aboutaleb, acteur Martin van Waardenberg (De Marathon) en de 4 medailles staan loper vier op te wachten. Lopers 1, 2 en 3 zijn al natuurlijk allang gedoucht en opgefrist en zitten met natte haartjes aan het bier, wachtend op mij en de medailles. Proost!

Van inlegzooltjes en aangepast schoeisel naar barefoot technology

Hardloopkwaaltjes

Ik loop al naar de middelste kant van de 60 en heb jarenlang gedacht dat alle afnemende prestaties en hardloopkwaaltjes waardoor ik geteisterd werd het gevolg waren van het vorderen van de leeftijd. Zo waren er de terugkerende shinsplints (iedere keer als ik na de vorige blessure weer de 5km grens naderde) de pijnlijke enkels, de pijnlijke knieën, de zweepslag, rugpijn, heuppijn, pijnlijke knopen in de gastrocnemius en ga zo maar door. Voor alles was een zogenaamde oplossing. Naast al het rekken en strekken en regelmatig bezoek van de sportmasseur, was daar, in willekeurige volgorde, aangepast schoeisel, loopband analyse, video hardloop analyse, inlegzooltjes, ophogingen, blokjes, wiggen etc Ik ondervond ze zelf allemaal als noodingrepen, als tussenoplossingen die nergens toe leidden. Ik voelde me heel even een “ouwe Kwaak”. Dat moet ik even uitleggen hoor. Voor een groot deel van mijn leven was ouwe Kwaak simpelweg mijn vader. Kleine Kwaak gebruikte we in huize Kwakernaak-G voor een van de kleine Kwaakjes die hier in Gouda opgroeiden. Tot ik kort geleden hevig werd gecorrigeerd door beide kleine Kwaakjes. De reden? Beiden zijn inmiddels alweer een kop groter zijn dan ik en natuurlijk veel jonger. Plots was ik zowel ouwe Kwaak als kleine Kwaak tegelijk. Horreur!

Zunig Zeêuws

Een vriendin liep al een tijdje op diverse barefoot schoenen en af en toe op Five Fingers en toen een van de ‘voormalige’ kleine Kwaakjes op internet een aanbieding vond en deze actie van een paar Vibram Bikila’s (Five Fingers, ja inderdaad van die schoenen met die teentjes, a.k.a Hobbit voeten), was ik gezwicht. Hoewel ik rete nieuwsgierig was hoe ze zouden zijn en hoe ze zouden lopen, bedacht ik me ook dat als het helemaal niks zou zijn, het mij in ieder geval ook niet zo veel zou kosten. Lekker motiverende gedachte hoor en echt ‘zunig Zeêuws’. Ik hoor ’t mensen denken  en zeggen. Maar heejuh, 40 US Dollars is nog geen 35 EUROOTjes dus what the heck.

IMG-20181124-WA0002

Opgestoken middelvinger

Het was effe schrikken! Twee fluor gele Bikila’s kwamen uit het inpakpapier gerold. Je hebt Vibram Five Fingers en je hebt Vibram Five Fingers met een opgestoken middelvinger. Van die laatste categorie zijn de sterk opvallende Bikila’s in hun fluor gele kleur. Maar ja, omdat ze zo verschrikkelijk erg opvallen heb je gelijk ook wat om over te praten als je bekenden tegen komt op straat. ‘Ieder nadeel hep se fordeel’, zoals een bekende Amsterdammer placht te zeggen.

De eerste keer, zonder bescherming?

Aantrekken  van Five Fingers is een ‘dingetje’. De bijgesloten gebruiksaanwijzing is van het niveau Ikea kastjes, maar dan zonder de bekende inbussleutels. Gelukkig zijn er veel video tutorials op internet te vinden. Na letterlijk enig tenen gewriemel en geploeter lukte het toch aardig en ondanks wat protesteren vond uiteindelijk toch iedere teen, van groot naar klein, zijn eigen toebedeelde plek. Op aanraden van de fabrikant zelf maar een heel kort eerste loopje gedaan, maar oh wat was dat FUN! Superlicht zijn de Five Fingers. Het is zo verschrikkelijk heerlijk dat Five Fingers bijna-blote-voeten-gevoel en tegelijkertijd het besef dat je voeten goed beschermd zijn tegen scherpe steentjes en takken.  Okay, je voelt het echt wel als je op een te grote losliggende steen of omhoog gekropen boomwortel stapt, maar verder voelt het als of je op een soort dikkere sokken loopt of een mega dikke eeltlaag. Tijdens het hardlopen heb je heel veel gevoel onder de voeten omdat je ieder steentje, ieder takje en iedere oneffenheid voelt. maar ondanks dat de zool zo dun is heb je ook een soort van beschermd gevoel. Al moet je jezelf van het laatste tijdens het lopen iedere keer weer opnieuw van overtuigen. Een ding is zeker noemenswaardig. De schoenen, als je het al schoenen mag noemen, hebben ten opzichte van traditionele hardloopschoenen maar 0,0% demping in de zool. De zool zelf is niet wat we als een normale schoenzool beschouwen. Slechts een 3mm speciale ondoordringbare Vibram zool (ondoordringbaar en 5000kgm garantie) scheidt de tere huid van voeten van moderne mensen van allesvernietigende stenen, strategische uitgestrooide glasscherven (?), scherpe stokken en middenvoetsbeentjes verwoestende boomwortels. Met enige scepsis over deze claim heb ik nog wel een tijdje rond gelopen, moet ik eerlijk bekennen, maar hoe vaker ik ging lopen, hoe meer de scepsis af nam en hoe meer het zelfvertrouwen groeide. Sterker nog, doordat mijn voeten alle vrijheid hebben zich te krommen en te strekken en zich te plooien naar het terrein waarop ik loop, heb ik het gevoel veel meer verbonden te zijn met de aarde onder mijn voeten. Ja, klinkt best zweverig 🙂

Gewenning

Ik heb ongeveer een half jaar gedaan over de gewenning. Ik heb expres niet het algemene advies van heel veel hardloop goeroes gevolgd, de Five Fingers in het begin nog af te wisselen met de gewone hardloopschoenen, overtuigd dat ik was dat de oude hardloopschoenen de oorzaak waren van al mijn hardloop kwaaltjes. Ik heb vooral in het begin heel veel korte loopjes gedaan, waarvan andere lopers zeiden dat het de moeite niet waard was om je om te kleden, en ik heb er heel veel op gewandeld. Simpelweg om mijn voeten sterker te maken en mijn pezen en gewrichten langaam te laten wennen. Na een half jaar ‘inlopen’ heb ik pas mijn eerste 5km gelopen en na 7 maanden mijn eerste 10km. Behalve af en toe wat spierpijn, voornamelijk in de kuiten, heb ik geen van mijn oude kwaaltjes meer terug gekregen. Sterker nog, ik heb mijn plezier in hardlopen terug gekregen. Dat vind ik het allerbelangrijkste. Ondertussen is het assortiment barefoot uitgebreid met een tweede paar Five Fingers om in de winter mee te doen aan trail running events, een paar Xeros barefoot sandalen voor de vrije tijd en een paar Merrell trail schoenen (zonder teentjes), om iets meer sociaal acceptabeler schoenen te hebben voor wanneer ik naar het winkelcentrum of de stad wandel.

Ik kan natuurlijk nog uren doorgaan over hoe de mensheid miljoenen jaren op blote voeten heeft gelopen en dat we geen schoenen nodig hebben en dat we wanneer we schoenen dragen geen extra steun nodig hebben, en dat je voeten allerlei zinvolle informatie doorgeven aan je hersens, maar daar staat het internet al bol van. Voor mij was de eerste keer lopen op een paar Vibram Five Fingers een ervaring te vergelijken met met je blote voeten op een zandstrand te lopen.

Note voor de Strava nerds: ja, inderdaad, mijn tijden zijn inmiddels sneller als met de traditionele hardloopschoenen met demping. Zelfs mijn running posture / loophouding is verbeterd. Kortom ik ben ‘om’ en gevallen voor barefoot schoenen.

19_023712_K

Bonus miles en finish bier

Bonus miles en finish bier

Schuitwater Trail, zaterdag 20 juli

Voor ons begon de voorpret van de Schuitwater Trail al op vrijdag toen het KNMI paniek begon te zaaien; voor zaterdag was er code GEEL voorspeld! Met paniek zaaien moet je uitkijken, voor je het weet staat het meters hoog en kun je er niet meer door komen. Voor wie het nog niet echt begrepen heeft, Trailrunning gaat over hardlopen in de natuur, dus als die natuur besluit er wat extra natuurwaarden er tegenaan te gooien in de vorm van wat meteorologisch oer geweld zoals hoge temperaturen, onweer en zware regens, wie klaagt er dan nog? Het Schuitwater zelf (hoe kom je aan die naam?) deed ook nog een duit in het zakje. Het is namelijk een geweldig mooi stukje natuurgebied in en rondom een oude gedeeltelijk drooggevallen Maas rivierarm in Broekhuizen, Noord-Limburg. Een afwisselend landschap met stukjes heide, dennenbossen, gemengde loofbossen, rivierduinen, natte duinvalleien met manshoge varens en het bijna drooggevallen moerasbos met wat restant watertjes van die oude Maas.

Roode Vennen

Dat het KNMI er voor sommige delen van Nederland weer eens flink naast zat, bleek dan weer op de zaterdag van de Schuitwater Trail zelf. De bewuste zaterdagochtend reden we van het westen naar het oosten, met de donkere onweersbuien in de achteruitkijkspiegel en een omfloerste zon door onze voorruit. Aangekomen bij de startlocatie, Theehuis de Roode Vennen in Broekhuizen (Limburg), was het echter nog steeds kurkdroog en al behoorlijk warm. We kwamen net op tijd om de lopers briefing door Cor (“ik ben Cor, hallo Cor!”) en de start van de 19km te zien en om ons zelf voor te bereiden op onze loop van 12km een uurtje later. In ons geval is dat dus eerst een ‘bakkie doen’ en daarna omkleden en voorzichtig een beetje inlopen.  De prachtige tuin en omgeving van Theetuin de Roode Vennen is daarvoor een perfecte locatie. Voor we het goed en wel doorhadden was het uur voorbij en tijd voor onze start en de bijbehorende 12km lopers briefing. Gastheer en medeorganisator Cor sprak de groep van ca 30 lopers op de zijn kenmerkende ludieke manier toe. Met onder andere tekst en uitleg over de met pijlen uitgezette route (12km en als het meer is beschouw dat dan maar als bonus miles), de do’s en don’t’s van trailrunning en als afsluiter; “we hebben geen medailles, maar veel beter: finish bier”.

Geen chips

Nee, hier geen startschot, geen tijdregistratie, geen chips, maar met een simpele constatering; “het is 1 uur, veel plezier en aan het eind van deze donkere tunnel bij de finish krijgt iedereen van mij persoonlijk een high five en van Geraldine een finish bier” konden we met onze Trail beginnen.

hands holding glass of beer
Photo by Karolina Grabowska on Pexels.com

Het begon met een donkere natuurlijke tunnel en een klinkerstrook van een kilometer, maar al gauw ging dat over in een zandweggetje en vervolgens enkele single tracks. Struikelend over takken en boomwortels, uitglijdend op los zand en horden lopend over brandnetels en varens, afwisselend met venijnige klimmetjes en zigzag afdalingen gingen de lopers door het bos. Een bont en uiteenlopend gezelschap. Volwassenen, ervaren lopers, lopers van een atletiekvereniging, beginners, jongeren, een Duitse vader met jonge dochter, een Italiaanse, Friezen, Zeeuwen, Limburgers. Echt leuk om te zien en te horen allemaal. Aanvankelijk begonnen als een grote groep maar allengs liepen de snellere lopers uit en bleven de mindere snelle lopers meer achterin het deelnemersveld.  Na zo’n 3 km kwam ik ook alleen te lopen. Alleen met mezelf, mijn ademhaling en het ritme van mijn voeten. Zigzaggend door het bos en over de heide, passeerde ik af en toe nog een achterblijver die waarschijnlijk te snel begonnen was en bij de drinkpost liep ik nog een groepje voorbij. Hoewel het geen wedstrijd was (het is een Event) gaf dat toch een goed gevoel en begon ik er steeds meer plezier in te krijgen. Midden op een open plek in het bos stond nog een man met hond en twee kinderen als een enthousiast publiek de lopers aan te moedigen. “Mijn moeder loopt nog achter u” kreeg ik nog mee. Een paar hellingen en een brug verder een verdekt opgestelde fotograaf. Geen probleem. Ondanks de vermoeidheid en de warmte, nog steeds een vette grijns op mijn gezicht! De donkere tunnel kwam na pas na 13km in het zicht ( de extra bonus mile) en 300 meter later stond Cor al klaar voor de beloofde persoonlijke high five en was Geraldine druk bezig met het bemannen van de tafel met versnaperingen (hey, hier wel chips) en het  uitdelen van het speciaal gebrouwen Trail Events Finish herstelbiertje.

Bij de finish stonden al verschillende gefinishte en voldane lopers, zowel van de 19, als de 12 en de 7km. Iedereen was opgewekt en geïnteresseerd in de andere lopers en hoe de route werd ervaren en iedere loper die binnen kwam kreeg applaus. Een lekker los en relaxt sfeertje.

Fun

Het was fun. Er was een gevoel van intrinsieke verbondenheid met het bos, de natuur, de andere lopers. Daarbij het gevoel van de vrijheid een soort van buiten de gebaande paden te treden in een bos van Staatsbosbeheer waar je bijna niemand tegen komt. marin trailSchuitwater Trail voldoet in alle opzichten aan de Trail drie-eenheid die, in combinatie met het lopen, een big smile bevorderen: FUN, FEELING, FREEDOM! Noem het oergevoel, noem het modern tribalism, I don’t care wat je het noemt, maar trailrunning is gewoon hartstikke leuk om te doen, ook voor beginnende lopers. Of zoals iemand bij de finish prachtig verwoordde “niks leukers dan het gevoel met een groep gelijkgestemde mensen door het bos te draven!”.  Wat mij betreft verslaat trailrunnen het gewone hardlopen (hardlopen over asfalt en tegels) met mijlen…

Negen dorpen, 10 jerrycans water, 400 wieltjes

Negen dorpen, 10 jerrycans water, 50 deelnemers, 400 wieltjes en 80km, dat zijn de stats van zaterdag 1juni 2019. Tel daarbij de nodige vrijwilligers en verkeersregelaars en je hebt een organisatie. Je vous explique (pardon my French)!

Zaterdag 1 juni organiseerde de aanpalende buur schaatsvereniging STV Lekstreek de alweer 5e asfaltversie, op skeelers,  van de roemruchte Negendorpentocht. De ijsversie is een schaatstocht die zeldzamer is dan de veel bekendere Friese Elfstedentocht.

Waor giet t um?
Negen dorpen en wat buurtschappen in de achtertuin van Gouda. De achtertuin waaruit feitelijk de roemruchte Goudse kaas afkomstig is. Lekkerkerk, Bergambacht, Schoonhoven (Cabauw) Polsbroek, Vlist, Berkenwoude, Gouderak, Ouderkerk a/d IJssel, Krimpen Krimpen  (a/d IJssel en a/d Lek) en weer terug naar Lekkerkerk en die negen dorpen doen we allemaal aan op skeelers. Een skeelertocht. 80km. Er is ook een versie op de fiets, voor wie het skeeleren niet machtig is en deze is dan een week later.

Screenshot_20190601-145129_Strava

Niet veur watjes

De tocht is voor echte buffelaars. 50 sterke mannen en even zo sterke vrouwen van de lange adem stonden met hun skeelers aan de start van deze zeer goed georganiseerde pelotonstocht. Tijdens een pelotonstocht rijden de deelnemers in gesloten peloton, dus ‘en groupe’, met motorbegeleiders en verkeersregelaars voor en achter plus ploegwagen en bezemwagen. De gemiddelde rijsnelheid wordt zoveel mogelijk rond de 22km/uur gehouden. Voor beginnende skeeleraars kan de tocht best wel pittig zijn door de snelheid, de lengte van de tocht (80km!) en de tijd dat je op skeelers staat (bijna 4 uur). Er zijn verder een paar pittige hellingen (dijk afrol Lekkerkerk en dijk afrol Gouderak) dus enige skeeler straatvaardigheid is, naast een goede conditie, wel aan te raden. Onzeker over je skeelervaardigheden en de hindernissen op de openbare weg? Volg eens een skeelercursus bij een ijs- of skeelerclub of (inline-) skate-school.

Weg van de snelweg 2.0

Wat kun je verwachten tijden de ‘Skeelertocht langs Negen Dorpen’ (9dorpenskeelertocht) , zoals de tocht officieel heet? De route is gelukkig  iets meer dan alleen maar een pennenstreek op een landkaart van dorpje naar dorpje. De organiserende club STV Lekstreek heeft een clubje enthousiaste toerskeeleraars onder haar leden, dat wekelijks zo’n 40km door de Krimpenerwaard toert en daarmee de mogelijkheid heeft het parcours uiterst nauwkeurig te verkennen.  Daarbij zijn ze zeer kritisch is op de kwaliteit van het asfalt en de inrichting van de openbare weg. Helaas valt bij sommige doortochten door sommige dorpjes een terloopse klinkerstrook niet te vermijden. Laten we maar zeggen dat sommige stukjes ‘technisch’ uitdagend en selectief zijn. Exact heb ik het niet gemeten, maar terugkijkend op de Strava van deze geslaagde tocht, heb ik zegge en schrijve 700m klinkers gehad, 300m slecht asfalt en 4km asfalt van iets mindere kwaliteit. Blijft over 75km goed en zeer goed tot perfect asfalt. De begeleiding door middel van 3 motards, een ploegwagen, twee voorfietsers en bezemwagen annex rijdende EHBO post zorgt voor veilige doortochten door de dorpjes, vellige oversteken van provinciale wegen  en een goed doorrijdend peloton over de soms smalle boerenweggetjes. In 99% van de gevallen konden we ongehinderd de skeelertocht voortzetten. Voor de innerlijke mens werd ook goed gezorgd. Ravitaillering op 35 en 65km, door middel van krentenbollen, bananen, water en bouillon en na 80km bij aankomst in Lekkerkerk pannenkoeken met stroop. Toeristisch, voor wie er nog oog voor heeft en niet is overmand door vermoeidheid en ander pijnlijk skeeler ongemak, is de ‘snelwegloze’ en ‘spoorwegloze’ Krimpenerwaard, gelegen tussen IJssel en Lek, een zeer attractief poldergebied met een aaneenschakeling van geriefbosjes, weilanden, lieflijke buurtschappen en knusse dorpjes, doorsneden door veenstroompjes, polderboezems en weteringen. Het landschap is bijna ‘iconisch’ Hollands. Hier en daar in het slagenlandschap vinden we de prachtigste boeren hofsteden en verspreid staan oud Hollandse molens. Nestelende ooievaars op palen, buizerds en valken in de lucht en reigers en kwakende woenekers (zoek die maar op in het dialectwoordenboek) in de sloot vormen het zichtbare groot wild van die dag.

We hebben allemaal baat bij specifiek

Skeeleren is pittiger, zo niet zwaarder, dan schaatsen en is meer training specifiek dan bijvoorbeeld fietsen. Mocht je jezelf willen voorbereiden op een (Alternatieve) Elfstedentocht op de schaats, dan raad ik je zeer zeker aan te gaan skeeleren als training en / of aan een editie van de Skeelertocht langs Negen Dorpen of een andere vergelijkbare lange skeelertochten of skeelermarathons mee te doen. Je doet hier meer hardheid mee op dan met fietsen. Fietsen en hardlopen moeten overigens nog steeds in je trainingsplan blijven voor volume en omvang in je duurtrainingen.

Kudos

Kudos voor Ton Mensch, Arie Sterk, Wim van der Velden, Wim van der Herk en al die andere tientallen vrijwilligers voor deze prachtige skeelertocht en hun goede zorgen! En alle andere deelnemers bedankt voor de enorme gezelligheid!

20190601_103622

Hardloopvrouwtje

Hardloopvrouwtje Héy, daar was ze ineens weer: het hardloopvrouwtje. Langs de provinciale weg. Een paar jaar niet gezien en ineens liep zij daar weer.

Moet de wintertijd geweest zijn. Misschien is ze geblesseerd geweest. Of een tijdje in het buitenland. Kan fantaseren wat ik wil, maar kom er toch nooit achter.

woman girl silhouette jogger
Photo by Pixabay on Pexels.com

Zelfde tred. Zelfde paardenstaart, wapperend en golvend op de bewegingen van het lopen. Dansend en opverend van links naar rechts, van onder naar boven en weer  terugkerend in het zelfde patroon.

Mooi die zekerheid.

Alles komt goed.

Zo, lekker kort blog.

Reactie op ode aan E-nummers

Enige tijd geleden, werd bij mij op het werk  het  artikel  van  Rosanne Hertzberger  uit de Volkskrant doorgestuurd: “Ode aan E-nummer”. Wat zij zegt over E-nummers, hoe tenenkrommend de tendentie ook is, daar kan ik het een klein beetje mee eens zijn. E-nummers zijn zeer goed onderzochte additieven en sommige E-nummers zijn ook gewoon natuurlijk. Iedereen kent het verhaal dat een doorsnee tomaat alleen al 14 E-nummers bevat, echter die zijn er van natuurwege ingekomen en hoeven we niet te declareren. En wat is natuurlijk nu helemaal? Alles is chemisch, ook de natuur! Mijn collega benadrukte nog eens dat een andere geluid over E-nummers ook wel eens goed kan zijn. Daar kan ik het mee eens zijn, echter de manier waarop dit is gebeurd zal naar mijn menig  een  averechtse uitwerking  hebben. De tegenstanders van E-nummers, zullen namelijk bij dit soort voor E-nummerpositieve geluiden alleen maar meer de hakken in het zand zetten. De reden is dat gevestigde denkwijzen nogal eens hardnekkig kunnen zijn. De discussie over of E-nummers goed zijn of niet is daarom heel moeilijk en wordt niet altijd met het belang van de tegenpartij in het oog gevoerd. In tegendeel: hoe harder er wordt geroepen hoe minder men het andere geluid hoort…. Daarbij is er sinds de introductie van de supermarkt in de jaren zestig en opkomst van de mtomaatjeserken een te groot onderling financieel belang en afhankelijkheid ontstaan voor fabrikanten, winkeliers,  onderzoekers (hun werk moet gefinancierd worden) en de farmaceutische industrie en daarmee wordt de geloofwaardigheid van de voedingsindustrie, zo dier nog is, verder ondermijnd.

Miljarden Euro’s

Rosanne merkt in haar artikel ook op dat er ‘miljarden Euro’s en manuren worden verspild in de voedingsindustrie aan het vervangen van E-nummers welke van zich zelf niet dubieus zijn (a, ha,  er zijn dus wel dubieuze E-nummers!), behalve dan  dat de dames van de Green Happiness of een stelletje andere dieetgoeroes  er onrust over zaaien. Lieve lezertjes: het maakt niet uit of mijn collega en Rosanne  gelijk hebben of niet. Producten E-nummer vrij maken, Clean Label, Clear Label of Window Washing is gewoon werk, het levert nieuwe producten op, die schildbewuste consumenten graag willen en als we dat goed doen,  uiteindelijk ook vette business met de bijbehorende Eurootjes.  Zo, de “what’s in it for me” vraag is ook gesteld. Over vet heb ik het nog een andere keer, daar vliegen de voor- en tegen standers elkaar op dit moment in de haren.

Als ze maar over je lullen

Bij mij en menig ander werkt de manier waarop Rosanne om aandacht vraagt  de nodige irritatie op. Er zal wel weer een  boek gepromoot moeten worden of zo!  Dat ze op deze manier uitnodigingen wilde forceren  van onze nationale talkshow  kijkcijferkanjerkanonnen  Humberto of Jinek is overduidelijk.  Dit artikel van Rosanne laat maar weer eens klip en klaar zien dat  hoe extremer je standpunt is,  hoe meer aandacht je krijgt! De aloude reclameregel: “het maakt niet hoe dat ze over je lullen, als ze maar over je lullen” is niet voor niets een aloude regel. Maar elke keer bij dit soort tendentieuze berichtgeving vraag ik me dan weer af: wat heb ik daaraan, of de levensmiddelenproducenten en uiteindelijk de gewone burger?

Er komt dagelijks  veel ‘nepnieuws’ langs over voeding. Dat is niet alleen aan de (Amerikaanse) politiek gegeven. De pers publiceert graag en doet dit vaak onjuist of met onnodig pakkende koppen, de zogenaamde ‘click baits’, of halen een stukje tekst totaal uit de context, omdat ze geen wetenschappelijk onderzoek kunnen of willen lezen.

En de consument zelf?  Die is allang het geloof en vertrouwen in de voedingsindustrie verloren. Geen wonder dat de zelfbenoemde dieetgoeroes goede zaken doen en Fajah Lourens boek in de bestseller top 10 is beland.

Rosanne zet zich af tegen al die zelfbenoemde experts, maar haar extreme manier van reageren is net zo extreem als  dat van deze zelfbenoemde experts. Rosanne zegt nadrukkelijk zelf de voorkeur te geven  aan fabriekseten, houdt niet van koken, vindt dat zelfs voedselverspilling, dist de biologische voeding en noemt vers eten minder duurzaam`.

Rosanne is eigenlijk zelf net zo’n zelfbenoemde expert, immers ze is geen erkend diëtiste en dus niet opgeleid in het geven van voedingsadvies, maar ze is er wel van overtuigd dat voeding uit de fabriek de beste keuze voor iedereen is. Het Voedingscentrum, het officiële  orgaan voor richtlijnen over voeding in Nederland,  is dat niet met haar eens. Eén van de uitgangspunten volgens de Richtlijnen Schijf van Vijf (pagina 21) om een product al dan niet op te nemen in de nieuwe Schijf van Vijf is de bewerkingsgraad. Daarbij wordt zowel gekeken naar de bewerkingsgraad als naar de toevoegingen. Die worden in de richtlijnen ook benoemd per productgroep. Afijn, zoek zelf maar op.

Sell, sell, sell!!!

Conclusie

  • E-nummers zijn , gezien vanuit officieel standpunt, niet schadelijk, maar…
  • Vers heeft de voorkeur.
  • Dat de industrie de E-nummers graag uit de voeding haalt is, gezien bovenstaande misschien hartstikke onnodig, maar wel een lucratieve business waar veel mensen hun brood mee verdienen.
  • Als de Nederlandse consument in de toekomst alleen maar kant-en-klare en bewerkte voeding  zou eten nooit meer zou koken  en alleen maar eten zou opwarmen  in de magnetron of oven en nooit meer verse producten zou  eten, dan zullen we in de levensmiddelenindustrie gouden zaken doen en zal ook Big Pharma hiervan profiteren. Een klassieke Win-Win situatie. Ik voorzie groeicijfers van onze economie die hoger rijken dan de Euromast. Ik quote de ‘Wolf of  Wallstreet’: “sell sell sell!!!”

 

Marin

De “het dragen van een helm met skaten of schaatsen angst”

De “het dragen van een helm met skaten of schaatsen angst”

Het is 2010. Ik sta met mijn racefiets in m’n strakke pakje achter in de steeg. Ik moet nog de straat op waar iedereen me kan zien. Een beetje zenuwachtig frunnikend aan de kin- en afstelbandjes van m’n fietshelm. En dan, in een krachtige beweging, resoluut, zwaai ik mijn been over het zadel en klik mijn net zo strakke fietsschoentjes in de klikpedalen en fiets de openbaarheid van de straat in. Elk moment, op elke straathoek verwacht ik het commentaar. “Oh wat genant”. “Dat ziet er toch niet uit”. “Purno de Purno”.

Waar de professionele wielerwereld al in 2003 was overgestapt op het dragen van een fietshelm, was dit bij de recreanten nog lang geen gemeengoed. Koudwatervrees, de angst om echt voor lul te staan? Ik denk het laatste. Nu was ervan de week weer de een of andere goeroe in het nieuws die een therapie had verzonnen waarbij je je grootste angst bewust moest ondergaan, om er dan definitief van verlost te zijn. Als ik me het goed herinner ging het erover dat als  je bang bent dat je er niet uitziet en dan trek je de jas binnenste buiten aan, of je laat een stuk wc-papier uit je broek hangen en achter je aan slepen. Je bent subiet van je angst verlost en hebt in het vervolg schijt aan de rest van de wereld.

Voor de duidelijkheid: ondertussen rijden de meeste recreanten op de racefiets met een helm en zie je nog maar een enkeling zonder en die wordt dan vreemd nagestaard. Dat is met wielrennen. Hoe anders is dit met inline skaten en met schaatsen?

De “het dragen van een helm met skaten of schaatsen angst” is volgens mij ook zo’n ‘Purno de Purno’ angst. Bang dat je er niet uitziet en dat de rest van de wereld je zal becommentariëren.

Wij mensen hebben  geen goede relatie met veiligheid.  Die beleven we namelijk allemaal veel  te subjectief. “ik val geen gat in mijn hersens”. “Ik krijg nooit een ongeluk”. De wat ouderen onder ons herinneren zich vast nog het verplicht stellen van de autogordel (naleving van die regel duurde tientallen jaren, maar nu draagt iedereen hem), de helmplicht voor brommers, het verplichte kinderzitje en ophogertje in de auto en ga zo maar door. De overheid moest er aan te pas komen om dit af te dwingen. Bij wielrenners is die transitie van helm loos naar helm dragend er vanzelf gekomen. Hoe anders is dat met skaten en schaatsen. Op straat en op de ijsbanen, en al helemaal niet wanneer er natuurijs ligt, zie je nauwelijks mensen met een helm rijden. Het overgrote deel van de letsels bij schaatsen is een hoofdletsel.

Bij wedstrijd inline-skaters en marathonschaatsers is de helm inmiddels verplicht geworden. Zo langzamerhand zie je op publieksuren op de schaatsbaan steeds meer mensen, hoewel schoorvoetend, met een helm verschijnen. Mijn idee: hoe meer mensen met een helm gaan rijden, hoe minder eng het wordt, hoe minder we het gevoel hebben dat we met helm voor lul rijden. En als we dan voor lul rijden, laten we het dan met zijn allen doen, dan is dat ook weer opgelost. Zo iets als voor het eerst naar de sauna. De eerste blote mens is even wennen, heb je er binnen enkele minuten al tientallen gezien, dan valt wat daar allemaal bungelt  en schud nauwelijks nog op en ben je van je angst verlost.

Draag bescherming: draag minstens een helm en verder beschermers aan hand, knie en elleboog. Rij veilig!

Foto credits: Fotografie Melaniemarin - helm

Van kruk naar crack

Van kruk
Toen ik als veertig jarige voor het eerst een paar inline-skates aantrok , was ik niet direct een crack. Als kind had ik wel eens geschaatst op ijs en op ouderwetse rolschaatsen met 2×2 wielen die je onder je schoenen bond rond gereden, maar veel gelijkenis met d$_82ie moderne skates op 4 wielen in 1 lijn, ook wel inline-skates of skeelers genoemd had dit niet. Niet echt. De eerste de beste paar skeelers die ik aantrok in de winkel, deed me dan ook direct ondersteboven in de kledingrekken belanden. “Misschien dat je eerst een paar lessen moet nemen”, opperde de winkelmedewerker nog voorzichtig..

Naar crack

Mijn naam is Marin. Inmiddels ben ik gediplomeerd schaats- en skeelertrainer bij ‘de’ schaatsclub van Gouda en bij Schaatsschool Duosport in Utrecht en geef gedurende de zomer wekelijks inline-skate beginnerslessen bij Marinskate, mijn eigen skateschool. Naast de beginnerslessen begeleiden we bij Marinskate twee verschillende toergroepen, waarmee we heerlijk door de polders rondom Gouda toeren. Bij al deze activiteiten wordt ik enthousiast bijgestaan door de immer vrolijke Tineke, eveneens gediplomeerd en van vele markten thuis, maar net als ik ooit begonnen met de eerste bskeelersasis principes van het inline-skaten. Tussen al die activiteiten door vinden we ook nog de tijd om in de weekends lange toertochten te rijden of af en toe mee te doen aan de regionale marathon competitie. Gezamenlijk hebben we meer dan 25 jaar ervaring in het geven van schaats- en inline-skatelessen. En waarom doen we dit allemaal? Gewoon omdat we er zelf enorm veel plezier aan beleven.

Hoe?

Op dit blog wil ik met de lezers wat inzichten met betrekking tot de basis vaardigheden van het skaten (skeeleren) en schaatsen delen. Hoe rem ik in godsnaam met / zonder een remblokje? Hoe kom ik over een brug en weer veilig naar beneden? Hoe kan ik harder / verder rijden? Waarom kan ik niet goed skeeleren terwijl ik toch goed kan schaatsen? Waarom kan ik niet goed schaatsen, terwijl ik toch goed kan skeeleren?

Ten ijs / ten asfalt?

Hoe kom ik goed beslagen ten ijs / ten asfalt? Naast de techniek van het rijden, geven we af en toe, gevraagd of ongevraagd ook kritiek op de materiaalkeuzes van skhouten schaatsenates/skeelers en schaatsen van mensen. Dit proberen we zo nuchter en helder mogelijk te doen. Doordat we beiden in ruime mate ook winkelervaring (schaats- en skeelerwinkel) hebben, kunnen we goed inschatten wat voor soort skate/skeeler/schaats bij welk soort mens hoort.

Binnenkort meer van dit alles….

Zoevend over asfalt de lente in

skeelersJe herinnert je vast nog wel dat je bij ons, of bij een andere skate-school zoveel  heerlijke en gezellige skate-lessen gevolgd hebt. met het idee lekker te veel gaan toeren op je skates. Zoevend over asfalt, tijdens lange zomeravonden. Heb je dat plaatje in je hoofd?

 

Stok achter de deur

Uit onze eigen ervaring weten we dat je met een goed voornemen en voldoende motivatie alleen er nog niet bent. Je hebt skaten geleerd maar zoals zoveel mensen ontdek je dat in je eentje sporten minder gezellig is. Het gevolg: steeds minder motivatie om te gaan skaten. Je mist structuur, een vaste avond en tijd en de spreekwoordelijke stok achter de deur.  Iets wat je uiteraard van te voren niet bedacht had. Toch?Je hoeft je niet te schamen,  je bent echt niet de enige!

Skeelometers maken

Daarom hebben we voor een aantal gelijkgestemde mensen de toergroepen bedacht. Zowel op  dinsdag (beginners)  als op donderdag (gevorderd) hebben we gemêleerde  toergroepen. Gezellig met de groep, samen uit, samen thuis, lekker veel skeelometers maken met in iedere week zo veel mogelijk afwisselende routes. We hebben in en rondom Gouda verschillende vertrekpunten en routes. Routes met voornamelijk goed en veilig asfalt die we van te voren hebben gecontroleerd op goede berijdbaarheid.

Conditie op niveau

De eerste paar weken frissen we nog even de basistechnieken op en leren we je het rijden in een groepje.  Vervolgens, met het langer worden van de avonden in de zomer, rijden we iedere week een stukje verder. Door het gezamenlijk rijden neemt je conditie en je vaardigheid snel en gemakkelijk toe en kom je steeds beter in vorm. We brengen differentiatie aan per avond, zodat het voor iedereen op haar / zijn niveau uitdagend maar toch haalbaar blijft.

We starten in week 4, dinsdagavond 14 april ……en stoppen weer eind september, wat neerkomt op ongeveer 20 avonden rollen.
Skeelers uit het stof
Zoals ze bij schaatsen zeggen haal ze maar uit het vet, roepen wij de eerste lentedag: “haal de skeelers maar uit het stof!”.
Tot ziens bij Marinskate
marin - helm

 

Plantaardige proteïnen trending?

Plantaardige proteïnen trending?

Zo nu en dan zie je in de media twee berichten kort achter elkaar, die wanneer je ze nauwkeuriger bestudeert heel veel raakvlakken tonen en tegelijkertijd perspectieven bieden op nieuwe kansen. Zo kopte het EVMI onlangs dat supermarktketen Jumbo, in navolging van Albert Heijn, zich aansluit bij de Green Protein Alliance en vroegen de Amerikaanse professor psychologie Paul Rozin en nutritionist David Katz zich met een filmpje op YouTube  (Why Is It “Manly” To Eat Meat? — Gut Check https://youtu.be/RTK-ajQUGzs ) af of vleeseten een “mannending”  was. Ik wil hier niet uitgebreid op het filmpje ingaan, maar ogenschijnlijk is groen eten  een “vrouwending” en wordt “groen” hier door ’s lands twee grootste retailers als de meest duurzame oplossing voor onze planeet gezien. Als de twee grootste supermarktketens van Nederland dit doen, zal de rest niet willen achterblijven. De Green Protein Alliance staat voor een transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten, naar een samenleving die voor haar eiwitbehoefte zorg draagt door middel van duurzame, plantaardige bronnen

Framing

Opvallend is de marktbenadering van bedrijven die deze weg al zijn ingeslagen. Veganisme en vegetarisme zijn hierbij de oude labels. Groen en duurzaam zijn de termen van deze tijd. Ze zijn lifestyle en zijn niet van dingen laten en ontberen, maar van dingen om aan te werken , waar je moeite voor moet doen, maar wat soms niet lukt omdat we allemaal mensen zijn.  De framing is duidelijk  anders  dan bij vegetarisch en dat vind je ook terug in de woordkeuze: Green, happy, healthy……

Vrouwending

Groen eten wordt wel eens gezien als  een “vrouwending” . Is dat erg? Nee. Vrouwen maken meer dan de helft  van de bevolking uit en zijn nog steeds de nummer 1  decision maker bij de dagelijkse boodschappen en alleen al daarom zijn plantaardig, groen en duurzaam  de weg van de toekomst. Dus dames en heren levensmiddeltechnologen, zet  de deur maar wagenwijd open, voor groen!

Peultjes

Peulvruchten worden gezien als een van de belangrijkste alternatieve eiwitbronnen. Peulvruchten bevatten veel voedingstoffen, vitaminen en mineralen. De belangrijkste zijn plantaardige eiwitten en vezels. We weten allemaal dat we meer vezels moeten eten en dat ze goed zijn voor een goede stoelgang. Recente studies hebben aangetoond dat een dieet rijk aan vezels kan helpen de bloedglucosespiegel en de hoeveelheid insuline te verlagen. Twee cruciale indicatoren voor mensen die diabeet of pre-diabeet zijn. Daarnaast kunnen vezels het risico op hart- en vaatziekten verminderen.

Smaak

Over smaak valt niet te twisten. Het grappige is dat als je met productontwikkelaars spreekt, de eerste tegenwerping tegen het inzetten van plantaardige eiwitten de smaak is, terwijl als je er consumenten over hoort spreken, die andere smaak juist in de lijn der verwachting ligt. Groen, duurzaam en plantaardig is nu eenmaal anders. De referentie vlees en zuivel moeten we loslaten. Punt.

Daarom moeten we ons niet alleen focussen op alleen plantaardige eiwitten of alleen vezels, maar op  groen en duurzaam. Dat idee moet  in Nederland nog even wortel  schieten, maar wanneer dat gebeurt, in het huidige klimaat, staat niets een goede groei in de weg.

Mooie subsidies en geldprijzen te winnen!

Als klap op de vuurpijl gaf Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken op 16 februari het startschot voor de New Food Challenge. Via een SBIR-oproep daagt hij (startende) bedrijven uit om aantrekkelijke nieuwe voedselproducten op basis van plantaardige eiwitten te ontwikkelen.

Met dit plan beoogt de staatssecretaris zo snel mogelijk de meest creatieve ideeën voor levensmiddelen gemaakt van bijvoorbeeld peulvruchten, noten, paddenstoelen of zeewier te belonen met grote geldprijzen in het kader van de SBIR. Aan het einde van het SBIR-traject kunnen de winnende bedrijven met hun projecten  een aanzienlijk geldbedrag verdienen en daarmee hun product op de markt brengen.

Hamvraag

Ik ben een voorstander van echt eten en niet van in elkaar geknutselde dingen. Een groot deel van de Nederlanders moet het echter met het laatste doen. De vegetarische hamvraag wordt dan natuurlijk: worden we met zijn allen, als Nederlanders, door dit beleid gezonder, of geven we de levensmiddelindustrie een nieuwe trend om uit te melken?