Oktober is neergedaald op de lange rechte wegen..
Eigenlijk had ik dat iedere zondagmorgen moeten doen. Fietsen! Kou, felle zon strak windje en Ruysdaeliaanse wolkenpartijen maken het plaatje met koeien, schapen, hazen, ganzen en konijnen compleet. Ze kijken niet op of neer, géén blik van herkenning, wetende dat ik er voor ’t eerst ben en waarschijnlijk ook weer voor ‘t laatst. Of toch niet? Eén koeienpeuter (een nakomertje?) dartelt, zo als alleen een kalf kan dartelen, een stukje langs de afrastering met me mee. Tot moeders loeit. Diepdroevig dwars door die stille koude ochtend heen. De grote natte bruine donker omfloerste ogen vragen me of ik weer terugkom. Kun je zo’n blik weigeren?
Het is zondag, het is oktober en na weken van regen is het eindelijk weer eens droog. Ik heb in weken niet meer intensief gesport. Mijn lichaam mist het 4 à 5 keer in de week in de buitenlucht skeeleren. Twee keer in de week overdekt schaatsen is echt te weinig en aan hardlopen ben ik nog niet toe. Nu nog niet dan. Het onrustige gevoel in de benen, dat, naar men zegt, bij tijdelijke vermindering van sportactiviteit hoort, kan ik missen als kiespijn.
Piemeltjeskoud
Het fietsen is overigens heerlijk, alleen is het berekoud. Piemeltjeskoud zegt mijn vrouw dan altijd met haar haarscherpe kijk op de mannelijke anatomie in minder warme omstandigheden. Eerlijk gezegd ben ik danig misleid door het vrolijk schijnende oktoberzonnetje en bovendien vorige week was het nog 17 graden, toch? Daar fiets ik dan met korte koersbroek en shirt met dito mouwen. Heb ik misschien te veel koffie op, of misschien juist te weinig of moet ik misschien nog wat eten dan? Ben ik nu in Berkel of in Rodenrijs, of Bleiswijk of Bergschenhoek? Als je in je eentje fietst begin je te mediteren, hallucineren, geen tijdbesef, is dit nu ‘fietsers high’? Tot ik mij na een uurtje fietsen realiseer dat het gewoon het fietsen zelf is, dat mijn hoofd een loopje met me neemt en dat ik nog precies twee uur de tijd heb voor ik junior moet ophalen in Utrecht. Organisatie van het huishouden, structuur, agenda! Ook het omringende platteland lijkt er plots aan mee te doen. Aan weerszijden staan spruiten in lange rechte rijen op het land, afgewisseld met enorme geometrisch georganiseerde kassencomplexen en 3 joekels van windmolens. De rode kool aan de andere kant van de kaarsrechte weg is al geoogst. Het land wacht gehavend op de ploeg die nieuwe rechte voren in de chaos zal trekken. Aangekoekte klei ligt in dikke lange rechte plakketten op het fietspad. Als een metronoom tikt het voorwiel de plakken in een vast ritme aan. Een andere pseudopedaleur, met sponsorkleuren, fietst rustig, warm aangekleed, voorbij en grijnst sardonisch en doelend op mijn clubshirt: “Hey schaatsert! Wil je alvast wennen aan die kou, joh”?
Golfjes..
Bij het vervallen loonwerkershuisje dat te koop staat, staat het gras te hoog en een serie oude Golfjes op ‘t erf. Witte kentekens met kenmerk ‘ Pl’. Is het wel een loonwerkershuisje? Ik heb werkelijk geen idee hoe zo’n huisje er in het echt uitziet. Loonwerkershuisje? Hoonwerkersluisje? (Word spelling keurt dit echt goed, echt waar!). Ik stel mij zo voor dat de eigenaar, een goed boerende kweker die nu in die dikke villa verderop woont, aan één van zijn medewerkers gevraagd heeft om het gras wat te onderhouden en voor een habbekrats, of een andere Poolse munteenheid, het huisje anti-kraak te bewonen tot er zich een koper aandient En dat die op zijn Pools weer geen nee kon zeggen en vervolgens wat met die taak in zijn maag zat, waarschijnlijk omdat ie meer dan twee keer 40 uur in de week bij meerdere kwekers werkt, en dan, om de liefelijkheid van wonen op het platteland te benadrukken en de herinnering aan zijn geliefde Polen te voeden, toen wat Golfjes bij elkaar heeft gescharreld en in de tuin heeft gezet. “Little Poland” in de polder.
Oktober is neergedaald op de lange rechte wegen en zal zich gedurende 31 dagen met hand en tand verzetten tegen de wintertijd.