Billen en tikken

Schaatsbillen

Het is dat ik een tijdje geleden op de ijsbaan een woest naar achteren slaande vrouw verderop in het treintje voor me zag rijden, anders was ik hier nooit (nee echt niet!) over begonnen. Schaatsen en billen….

“Ja hèhè”, zal je denken, “daar heb je ‘m weer”. Schaatsers (m/v) in strakke pakken waar de billen goed afgetekend staan: “je begeeft je weer op glad ijs, niet doen!”.

En nee, ik ga het niet hebben over de billen van Sven Kramer of Annette Gerritsen, maar omdat ik vind dat het hier om een zeer essentieel stukje nauwsluitende communicatie op de ijs- of skeelerbaan gaat, waarbij mogelijk veel leed bespaard kan worden, wil ik hier toch een kleine poging wagen. Laat ik het zo zeggen: “ik ben niet zo zeer bang voor een uitglijer op schrift, maar wel voor massale valpartijen op het ijs of asfalt”.

De uitgangspositie, voor mensen die minder bekend zijn met de ijsbaan

Als je schaatst of skeelert, zit je diep en als je diep zit, dan is je blikveld op ongeveer gelijke hoogte van de billen van je voorganger m/v. Zet drie of meerdere rijders achter elkaar en je hebt een treintje waarbij minimaal twee rijders uitzicht hebben op de billen van de voorganger.  Op een doordeweekse schaatsavond op de ijsbaan zijn er honderden toerrijders op de been en er vormen zich al dan niet spontaan schaatstreintjes van 25 tot 30 rijders, die met verschillende snelheden over de ijsbaan razen, de snelsten (herkenbaar aan de diepere zit) aan de binnenkant van de inrijstrook en de iets mindere goden (iets minder diep) net naast de inrijstrook en daar weer naast de minder getrainde en minder ervaren schaatsers (recht op) die veelal “los” rijden en daarnaast en tussendoor ook nog eens de mensen die uitrijden. Het lijkt op het eerste gezicht ietwat chaotisch voor de buitenstaanders en voor de mensen die voor het eerst op een ijsbaan komen, maar het is op de één of andere manier toch redelijk georganiseerd en omdat iedereen dezelfde richting op rijdt, is er behalve het snelheidsverschil relatief weinig gevaar voor aanrijdingen zolang iedereen in zijn of haar baan blijft.

Billen

Billen zijn een sterk communicatiemiddel.  Omdat te beseffen hoef je niet eerst  Desmond  Morris’ “de Naakte Aap” te lezen. Sla een gemiddelde glossy open en de billen slaan bij wijze van spreken om je oren. Loop over een willekeurige straat en de billen van beiderlei kunne worden geshowd en soms ook aangeprezen in strakke jeans, leggings of ander textiel. Billen zijn dus zeer communicatief. Maar, let op, ze zijn niet om zomaar aan te raken. Hoewel het etaleren van al die billen wel een signaalfunctie heeft , bijvoorbeeld: “hé kijk mij eens” of het verkopen van ‘een boodschap van algemeen nut’, moeten we goed beseffen dat dit signaal één richting heeft, van verzender naar ontvanger. Het is dus niet de bedoeling als ontvanger van dit signaal handtastelijk te worden, in ieder geval zo is dat in het dagelijkse leven en in de dagelijkse omgang met elkaar.  Je geeft je collega’s op kantoor nu eenmaal niet zo gauw een tik op de billen, zeker niet in meer een formele omgeving waarbij je tegenwoordig al uit moet kijken met een (troostende of  complimenterende) hand op de schouder.

Anders

Hoe anders is dit in de sport, waar de billen juist de ontvanger zijn van signalen. Je ziet het billentikken onder sporters overal en in bijna iedere denkbare sport. In het honkbal, het basketbal,  maar ook bij het voetbal en het volleybal. Heeft u wel eens een korfbalwedstrijd gezien?  Nergens anders wordt er zoveel bil beroerd en ook nog tussen spelers van ener- en beiderlei kunne. En waarom?  Billen kunnen worden getikt ter ere van iedere mogelijk denkbare reden: een wissel van een speler, als er gescoord is, als iemand een penalty gaat nemen of als troost of geruststelling als iemand juist niet gescoord heeft.  De scheidslijn tussen wat voor een soort tik het is of juist niet is, is moeilijk te zien, maar de interpretatie ligt bij de ontvanger en zolang de gever van de tik de juiste bedoeling uitstraalt of de ontvanger een keer in de ogen kijkt, zal het goed gaan.

Nog meer anders

En dat laatste, het in de ogen kijken van de ontvanger van de billentik, maakt het bij het schaatsen of skeeleren juist weer iets moeilijker. Immers je raast achter elkaar in één lijn over het ijs of asfalt en omkijken nadat je een tik hebt ontvangen maakt het alleen maar gevaarlijker. Waarom worden er dan billentikken gegeven bij het schaatsen?  Ten eerste zijn het geen tikken, maar is het meer, wat wij schaatsers noemen, “het opleggen van de hand”. Ten tweede gaat het niet om een compliment of een troost of een aanmoediging, maar om de veiligheid. De veiligheid van je voorganger, jezelf en de groep waar in je rijdt en verder iedereen om je heen. Waarom en in welke omstandigheden raken schaatsers de billen van hun voorganger dus aan? Meestal is het bij een snelheidsverschil, waarbij rijders of groepen schaatsers door snelheidsverschil (bijvoorbeeld als er ergens voorin de groep geremd wordt) als harmonica naar elkaar toeschuiven en proberen kop-staart botsingen te vermijden. De hand wordt in dit geval dan opgelegd tot ontvanger en gever van de hand dezelfde snelheid hebben aangenomen. Heel vaak wordt het ‘contact’ ook in bochten gezocht waar het opdat moment zo druk is dat meerdere groepen schaatsers op verschillende snelheid elkaar moeten passeren op een plek waar iets minder ruimte is (de bocht) en waardoor er benen worden stilgehouden. NB voor niet schaatsers: het is niet gewenst zo maar uit de rijdende groep te stappen en in een andere baan te komen. Vandaar dat met achter elkaar blijft rijden en dmv de combinatie handje-billen aanrijdingen of erger probeert te voorkomen.

Slaan

Waarom sloeg de dame in de eerste regel van deze blog dan zo woest naar achteren? Ongeschreven regel bij het schaatsen is, dat het aanraken van de voorganger gebeurt op een plek net boven de bil, of bij voorkeur, als de voorganger met de handen op de rug rijdt, op de handen. Regel twee is dat je niet de bil als geheel omvat met je hand in de vorm van een kom met de vingers naar onderen, maar dat je met geopende hand met je vingertoppen omhoog gericht de bil ter hoogte van de onderrug aanraakt. Derde regel is dat je contact verbreekt zodra de snelheid van jou en je voorganger gelijk is. Ingeval van dat je elkaar niet kent of dat de ontvanger van het contact minder ervaren is spreek je wat geruststellende woorden, zoals “gaat goed”, “sorry” etc. Regel vier: je moet niet duwen!  Regel vijf: laat je hand niet onnodig lang op de bil van je voorganger liggen. Hou het kort en zolang als nodig..

Het voorval

In geval van het voorval van hierboven hoorde ik de dame in kwestie zeer boos tegen haar vriendin foeteren over die “vieze” vent die contant aan haar kont zat. “Wat was er dan?” vroeg haar vriendin. “Ja niets, die vent zat constant aan mijn kont, ook al was er niets aan de hand en remde ik niet en ook reedt hij niet heel veel harder, hij zat gewoon iedere keer aan mijn kont zelfs toen ik er wat van zei. Toen ben ik maar gaan meppen”. “Oh, wijs ‘m eens aan, dan kan…” En verder kon ik het gesprek niet meer volgen.

 

Ongewenst

Lijkt mij duidelijk dat de man in kwestie niet besefte dat hij op een ijsbaan was en dat billen op een ijsbaan,  geen uitnodigen sturen naar rijders achter die billen en dat ze dus ook niet vragen om ongewenst contact.

Gepubliceerd door Marin

working as a product manager in the international food industry, inline skater,speed skater, bicyclist, trailrunner

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: