Elfstedentocht, hoge noren en het geheim van Reinier.

Een column schrijven begint altijd met een paar loze woorden, kreten of zinnetjes die je ergens hebt opgeschreven of opgeborgen in je geheugen tot dat.. Ja tot dat enkele ogenschijnlijk onbelangrijke gebeurtenissen de ‘trigger’ doen overhalen. Wat hebben oorlog, onderduiken, verzet, dienstplicht, Weissensee, wielrennen en een oude “Rossin” in godsnaam te maken met schaatsen. Daar mee bedoel ik niet alleen het moderne schaatsen van tegenwoordig, maar ook het “schaatsen”, van heel lang geleden. Uit de tijd toen er nog geen klapschaatsen bestonden of aerodynamische strippen. Uit de tijd dat hoge noren, verontschuldig mij deze beeldspraak, nog in hun kinderschoenen stonden.

ReinierPaping

Iedereen weet dat Reinier Paping in 1963 de Elfstedentocht won. Het geheim van die overwinning zat ‘m in zijn broek. ‘Lullig’ omdat na zo veel jaar toch zo en op die manier en met die woorden op te schrijven. Reinier was iemand die graag leerde van de ervaring van anderen. Maar wat heeft dat te maken met oorlog, verzet en dienstplicht? Ik zal het uitleggen. Mijn vader zat in de oorlog in het verzet. Uiteindelijk moest hij onderduiken en via een lange vlucht belandde hij vlak voor het eind van de oorlog in Engeland. Daar kwam hij te varen bij een bergingsmaatschappij die de opdracht had de gebombardeerde Duitse havens weer voor scheepvaartverkeer in orde te maken. Twee jaar lang meed hij de Nederlandse havens omdat hij ergens in zijn achterhoofd ook wel wist dat hij nog dienstplichtig was. Maar daar had hij net even geen zin in omdat hij in het verzet wel genoeg geweld had meegemaakt. Toen op zekere dag het schip waarop hij voer averij had en een Nederlandse haven moest aandoen, stond de MIP hem al op te wachten en de dienstplicht ook. In zijn geval werd het de marine. Zijn ‘slapie’ was ene J. van den Berg. En die man kon alleen maar over lullen over schaatsen en overal had hij wel oplossingen voor, zo ook voor de kou. Ik denk dat iedere Nederlander van boven de 40 wel weet dat je als schaatser bij extreme kou een krant onder je kleding moest vouwen. Maar hoe deed je zo iets in je broek? Een krant in de schaatsbroek kriebelt en schuurt in de liezen tijdens het schaatsen, maar vooral bij het klunen! In navolging van hun schaatsende collega’s gebruikten wielrenners in die tijd ook wel de krant tegen de kou. Je kunt je zo voorstellen dat er aan het begin van zo’n lange afdaling in de Pyreneeën, fluks een krant onder het hempje gestoken werd. Maar in de broek nee, daar liepen wielrenners vooruit op de schaatsters en hadden toen al de zeem. Jeen had daar van geleerd… en droeg, bij extreem koud weer, heel slim, de koersbroek met de zeem achterste voren en gaf deze kennis door aan anderen en via via hoorde Reinier daar van. De tocht van ‘47 en de daaropvolgende tocht was niet zo koud en deze tip werd door bijna iedereen weer vergeten, maar niet door onze schoolmeester Reinier. De winter van 1963 was al heel lang extreem koud en Reinier had geen koersbroek. Daarom had de vrouw van Reinier, met de weersverwachting van die dag, en ongewtijfeld ook haar huwelijksleven, in gedachten, een zeemleren kruis in Reinier zijn onderbroek genaaid, gelijk de wielrenners tegen zadelpijn, maar dan van voren. Het was niet alleen lekker zacht, maar het isoleerde ook nog eens geweldig. Reinier Paping behaalde in deze heroïsche tocht de overwinning, niet alleen door zijn kracht en doorzettingsvermogen, maar vooral, en dat punt is altijd zwaar onderbelicht gebleven, omdat zijn belagers stuk voor stuk achterbleven met stijf bevroren genitaliën. Het alom bekende vrouwelijke scheldwoord (drie letters, middelste letter een ‘u’) was dan ook veelvuldig te horen in het peloton. Ik denk overigens niet als scheldwoord (schaatsers zijn immers nette mensen) maar meer als hartenkreet, verlangend naar warmte. Er waren overigens nog meer dingen bevroren, zoals ogen, neuzen en tenen. Van deze laatste is er een afgezet exemplaar bewaard op sterk water. Overigens, je kunt deze relikwie bezichtigen, in het schaatsmuseum in Hindeloopen. En hoe zat het dan met die bevroren genitaliënin 1963? Die  heeft men toen, en dat heb ik niet uit eerste hand, maar van horen en zeggen, met hand-en-spandiensten weer kunnen ontdooien.

De oplettende lezer, en dat bent u, zal zich op dit moment toch zeker fronsend afvragen wat dit nou allemaal heeft te maken met de Weissensee en die “Rossin”?

De Weissensee:

Een aantal schaatsvrienden was afgereisd naar de Weissensee en om ze een hart onder de riem te steken wilde ik een leuk stukje schrijven, echter het kwam er maar niet van. Druk, druk, druk, druk op het werk, druk thuis, de bekende smoesjes. Natuurlijk kwamen ze terug met de te verwachten heroïsche verhalen, gelardeerd met foto’s en natuurlijk hadden ze het over de geweldige kou, de lange afstand, de scheuren in het ijs en het enorme afzien. Dat was weer één trigger.

De Rossin
De “Rossin” was en is nu weer opnieuwe de oude en vertrouwde racefiets van Twittervriend en clubgenoot Alain. Dit klinkt mysterieus? Zijn column over deze fiets (beslist lezen mensen, hij staat hier http://alain.lafeberhof.nl/?page_id=405 ) en over zijn berijders, was de laatste trigger voor deze column. Want ik vind dat de mensen om ons heen, de jonge maar ook de “oude” en helaas soms ook overleden mensen en hun verhalen, moeten worden geëerd door de overlevering: de overlevering van de verhalen die wij op onze beurt weer doorvertellen of opschrijven, bloggen of columniseren. Is er ook iemand die het verfilmen wil?

Daarom, vanwege de “overlevering”  hier een link naar de schaatsverhalen van schaatsvriend Hans van W :http://home.kpn.nl/hansvw/allskate/allskate.html

fit naar de 2e helft

Fit naar de 2e helft:

Er zijn 3 redenen waarom ik dit stukje schrijf:

* Ik ben al 9 jaar 40+ en dus dik op weg naar de 2e helft van mijn leven.
* Ik ben er van overtuigd dat je dan nog fit kan wezen als je maar aan een aantal simpele principes houdt, ook als je pas 40+ bent.
* Sven Kramer en ook de Control ploeg doen het ook (dus moet het wel goed zijn).

Gebaseerd op mijn ervaring van toen 18 jaar sporten als kind en tiener en het grote verschil met het heden: 11 jaar sporten als 37+’er moet ik mijn focus nu richten op:

* Meer tijd spenderen aan activiteiten die calorieën verbranden (cardio).
* Meer weerstandstraining (plyometrics, berg op, gewicht, oude lagers, slechte wieltjes, elastieken, kopwerk doen) om meer kracht in mijn spieren te krijgen.
* Tijd investeren in flexibiliteit van gewrichten spieren en pezen door bijvoorbeeld “core stability training”, plyometrics of pilates.
* Mijn steeds terugkerende rugpijn onder controle te krijgen door dood eenvoudige grondoefeningen.
* Meer balansoefeningen en werken aan proprioceptie.

Nog een groot verschil tussen toen en nu: Als puber was ik altijd al gezegend met een perfect spijsverteringsgestel. Een heel brood belegd met 2 ons boterhamworst, een liter vla, 4 roze koeken, puddingbroodjes en muntdrop tussen door, een kratje bier in het weekend en op maandag echte friet met mayo van Bram Ladage, alles werd zonder troubles keurig omgezet in energie voor mijn spieren en bouwstenen voor de groei. Mijn metabolisme werkt overigens nog steeds perfect, te perfect eigenlijk: een paar crackers, een paar boterhammetjes, wat verantwoorde optimale of vitale fitte yoghurtjes en in het weekend één, ja één biertje en dat beetje is in no time omgezet in een nieuwe love handle. Dat betekent dus dat mijn verbrandingsmotortje zuiniger is ingesteld als vroeger en dat ik dus moet kiezen: of minder brandstof (calorieën) tanken of meer energie verbruiken (sporten).

Wat doet Sven Kramer (en dus ook de Control http://www.youtube.com/watch?v=lfiuw3N3wew ploeg) dan, is de vraag die op ieders lippen brand? Laat me het uitleggen: op een gegeven moment maakt het niet meer uit hoe hard, hoe zwaar en hoe vaak je traint. Je haalt er niet meer rendement uit en je gaat ook niet meer vooruit. In schaatsers termen: je gaat niet harder, je kunt je gevoel niet meer kwijt op het ijs etc. Daarom moet je slimmer en anders trainen en, hier komt het: minder eenzijdig trainen. Bij schaatsen is vanouds her bijna alle training gebaseerd op kracht in de benen. Die benen hangen aan een romp, het heeft dus ook zin die romp te versterken en dat is “core stability training”. Ten minste zo noemen de schaatsers het. Je kunt het ook Yoga of Pilates noemen, die hebben beiden min of meer het zelfde effect. Je krijgt een sterker lichaam van en je bent meer in balans en daar draait het als schaatser of skeeleraar om. Dit is gewoon functionele fitness en heeft in mijn ogen meer zin als krachttraining.

Geloof het of niet, maar als je die andere skate guru Eddy Matzger (check Youtube http://www.youtube.com/watch?v=8aeZapKWdhM , 2e helft filmpje) zijn warming-up bij zijn skate clinics ziet doen, twijfel je helmaal niet meer: op de grond of op de mat: nu!

Zoek je zelf broeder

1,471 results for stellen van doelen.

Dit is het resultaat van de zoekwoorden “stellen van  doelen” en dan alleen nog maar in het Nederlandse taalgebied. Het  bijzondere van alle resultaten is dat het vrijwel alleen (semi-)professionele organisaties zijn die menen iets te moeten bijdragen aan het ontbreken van het “vermeende” geluk dat je zou moeten krijgen als je jezelf doelen oplegt, nastreeft en dan ook weer volbrengt. De barhartige samaritanen der hulpverleningsindustrie buitelen over elkaar heen met adviezen en bewijzen dat juist hun methode helpt en bewezen is.  Ja, de oplettende lezertjes hebben het wel door: het is bijna nieuwjaar, het moment dat veel mensen goede voornemens hebben. Op het gevaar af dat mijn advies ook niet gelezen wordt zeg ik toch dit: “luister niet naar al die adviezen van die professionele hulpverleners, koop geen boeken met tegeltjes wijsheden, volg geen cursussen of seminars om je zelf te verbeteren!” Immers niemand die jou zelf beter kent dan jij zelf. “Weet je nog wanneer dat was, toen je nog geen ander was” schreef het Simplistisch Verbond (Koot en Bie) al in de jaren 70 schertsend. Met andere woorden” je hoeft geen ander te zijn, je hoeft geen ‘total make over’ je hoeft niet te veranderen van je vrouw of man, je hoeft niet te veranderen van je baas of je omgeving!

Maar toch: dan zijn er toch nog die goede voornemens, je kent ze vast wel: ik wil dit jaar gezonder leven, meer aan sport doen, meer tijd voor familie, meer tijd voor vrienden, meer tijd voor gezin, tig kilo afvallen etc. Ik heb ze ook hoor, die doelen en ze hebben wel heel veel met het getal 50 te maken. Ondergetekende “late-boomer” wil namelijk voor zijn 50ste verjaardag een paar dingen bereiken: de 10km in minder als 50 minuten lopen, de 500m in minder dan 50 seconden schaatsen, de 50km van “over de dijken” in 1:39:00 skeeleren en deelname aan de “IJzersterktrofee” voor mijn 50ste. Zijn dit realistische doelen? Ik heb ze in ieder geval al gesteld op mijn 46ste verjaardag en ik wilde die doelen in ieder geval niet koppelen aan mijn 60ste verjaardag, dat zou te makkelijk zijn, toch?

Over dat laatste doel: deelname aan de “IJzersterktrofee” een dry land triathlon met de onderdelen fietsen, hardlopen en skeeleren, waren mijn beide zoons heel erg opgetogen. Ze vonden het hardstikke leuk dat ik het wilde proberen. Ze vonden het vooral “hardstikke fijn voor die andere man die anders altijd laatste werd”. En zo kwam ik weer met beide benen op de grond. “Zoek jezelf broeders, vind jezelf, wees en blijf alleen jezelf”.

Live well and prosper! Happy new year!

Oktober is neergedaald op de lange rechte wegen..

Oktober is neergedaald op de lange rechte wegen..
Eigenlijk had ik dat iedere zondagmorgen moeten doen. Fietsen! Kou, felle zon strak windje en Ruysdaeliaanse wolkenpartijen maken het plaatje met koeien, schapen, hazen, ganzen en konijnen compleet. Ze kijken niet op of neer, géén blik van herkenning, wetende dat ik er voor ’t eerst ben en waarschijnlijk ook weer voor ‘t laatst. Of toch niet? Eén koeienpeuter (een nakomertje?) dartelt, zo als alleen een kalf kan dartelen, een stukje langs de afrastering met me mee. Tot moeders loeit. Diepdroevig dwars door die stille koude ochtend heen. De grote natte bruine donker omfloerste ogen vragen me of ik weer terugkom. Kun je zo’n blik weigeren?
Het is zondag, het is oktober en na weken van regen is het eindelijk weer eens droog. Ik heb in weken niet meer intensief gesport. Mijn lichaam mist het 4 à 5 keer in de week in de buitenlucht skeeleren. Twee keer in de week overdekt schaatsen is echt te weinig en aan hardlopen ben ik nog niet toe. Nu nog niet dan. Het onrustige gevoel in de benen, dat, naar men zegt, bij tijdelijke vermindering van sportactiviteit hoort, kan ik missen als kiespijn.

Piemeltjeskoud

Het fietsen is overigens heerlijk, alleen is het berekoud. Piemeltjeskoud zegt mijn vrouw dan altijd met haar haarscherpe kijk op de mannelijke anatomie in minder warme omstandigheden. Eerlijk gezegd ben ik danig misleid door het vrolijk schijnende oktoberzonnetje en bovendien vorige week was het nog 17 graden, toch? Daar fiets ik dan met korte koersbroek en shirt met dito mouwen. Heb ik misschien te veel koffie op, of misschien juist te weinig of moet ik misschien nog wat eten dan? Ben ik nu in Berkel of in Rodenrijs, of Bleiswijk of Bergschenhoek? Als je in je eentje fietst begin je te mediteren, hallucineren, geen tijdbesef, is dit nu ‘fietsers high’? Tot ik mij na een uurtje fietsen realiseer dat het gewoon het fietsen zelf is, dat mijn hoofd een loopje met me neemt en dat ik nog precies twee uur de tijd heb voor ik junior moet ophalen in Utrecht. Organisatie van het huishouden, structuur, agenda! Ook het omringende platteland lijkt er plots aan mee te doen. Aan weerszijden staan spruiten in lange rechte rijen op het land, afgewisseld met enorme geometrisch georganiseerde kassencomplexen en 3 joekels van windmolens. De rode kool aan de andere kant van de kaarsrechte weg is al geoogst. Het land wacht gehavend op de ploeg die nieuwe rechte voren in de chaos zal trekken. Aangekoekte klei ligt in dikke lange rechte plakketten op het fietspad. Als een metronoom tikt het voorwiel de plakken in een vast ritme aan. Een andere pseudopedaleur, met sponsorkleuren, fietst rustig, warm aangekleed, voorbij en grijnst sardonisch en doelend op mijn clubshirt: “Hey schaatsert! Wil je alvast wennen aan die kou, joh”?
Golfjes..
Bij het vervallen loonwerkershuisje dat te koop staat, staat het gras te hoog en een serie oude Golfjes op ‘t erf. Witte kentekens met kenmerk ‘ Pl’. Is het wel een loonwerkershuisje? Ik heb werkelijk geen idee hoe zo’n huisje er in het echt uitziet. Loonwerkershuisje? Hoonwerkersluisje? (Word spelling keurt dit echt goed, echt waar!). Ik stel mij zo voor dat de eigenaar, een goed boerende kweker die nu in die dikke villa verderop woont, aan één van zijn medewerkers gevraagd heeft om het gras wat te onderhouden en voor een habbekrats, of een andere Poolse munteenheid, het huisje anti-kraak te bewonen tot er zich een koper aandient En dat die op zijn Pools weer geen nee kon zeggen en vervolgens wat met die taak in zijn maag zat, waarschijnlijk omdat ie meer dan twee keer 40 uur in de week bij meerdere kwekers werkt, en dan, om de liefelijkheid van wonen op het platteland te benadrukken en de herinnering aan zijn geliefde Polen te voeden, toen wat Golfjes bij elkaar heeft gescharreld en in de tuin heeft gezet. “Little Poland” in de polder.
Oktober is neergedaald op de lange rechte wegen en zal zich gedurende 31 dagen met hand en tand verzetten tegen de wintertijd.

Strakke sport!

Strakke sport!

Vanaf het moment dat schaatsen weer op TV wordt uitgezonden is het weer een grote parade van strakke sportlijven in strakke pakken: dus benen, borsten en vooral billen. Over de andere duidelijk aanwezige anatomische vormen zal ik het, om deze column netjes te houden, maar niet hebben.

De kijkcijfers zijn hoog en op straat is het stil als het EK of WK schaatsen op TV wordt uitgezonden. Niet de gehele TV kijkende natie geniet puur en alleen van de snelle rondetijden. Het oog wil ook wat en krijgt ook wat, alleen dit keer is de sport geheel en al geëmancipeerd: niet alleen de mannen hebben wat om te kijken, maar de dames ook. En hierbij ga ik helemaal af op de mening van mijn vrouw en mijn skeelervriendinnen.

Rond om het schaatsen gebeurt dan ook heel wat, promotioneel gezien: Rintje Ritsma en Marianne Timmer een paar jaar geleden samen in bad in de Sanex reclames, wie is dat vergeten?  Rintje in een kaasreclame, maar dan met haar van vroeger: erg leuk ja. Anni Friesinger in de Smint reclame, Tonni de Jong in Playboy, Gretha Smit voor Groene Land, Shanni Davis voor UWV en last but not least Sven Kramer voor de Warme Bakkers  en nu natuurlijk hoofsponsor KPN. Echter bij KPN hebben ze het niet helemaal begrepen. Kunnen Nederlanders wel  lachen om iemand die uit zijn broek of pak scheurt? Nee, want dat is nou typisch Amerikaanse “blooper-” en “funniest home video-” humor. Daar lachen wij in Nederland niet om.  Zeker een groot internationaal reclamebureau met een Amerikaanse creatieveling die hier aan het werk is geweest. Niks ten nadele  van de acteerprestaties van Sven hoor, want dat doet ie leuk, maar lachen om iemand die uit zijn broek scheurt? Nee!

Sport, sexy uitstraling en reclame zijn natuurlijk met elkaar verbonden: sportlijven zijn nu eenmaal mooi en dat geldt niet alleen voor schaatsen, maar natuurlijk ook voor volleybal, zwemmen, atletiek, echter wonderlijk genoeg zie je deze laatste categorieën bijna niet terug in de reclames.

Wat raar dan, dat er van die andere sport die zo op het schaatsen lijkt, zo weinig wordt uitgezonden. Deze afgelopen zomer is er 2x een 3 minuten durend studiosportitempje geweest en ergens anders nog een keer 30 seconden, maar ja dat ging dan weer over een schaatser die skeeleren als training gebruikte. Schaatsen is groot in 2 landen: Nederland en Noorwegen, de andere 27 landen doen ook lekker mee, maar zo lang er geen Olympische medailles te verdelen zijn blijft het toch Nederland-Noorwegen, een Italiaanse of Amerikaanse uitschieter daargelaten.

Nee, neem dan skeeleren, ook wel inline-skating genoemd: 59 landen doen mee op wereld niveau. De sport is groot in de VS, Australië, België, Frankrijk, Duitsland en “mega-groot” in Latijns Amerikaanse landen zoals Columbia. En Nederland: Nederland is een sub-toppertje,  ja sorry en niet meer als dat. “Onze” eigen toppers worden er af gereden door Belgen, Italianen en ga zo maar door. Trainen wij te weinig, hebben wij te weinig wedstrijdervaring of is ons budget te klein. De fusie van de Skatebond met de KNSB belooft een groter budget voor skaten/skeeleren, aldus de PR van de KNSB. Aan de ‘looks’ van de sport kan het niet liggen: natuurlijk ook hier strakke pakjes en topjes, maar dan allemaal nog uitdagender, luchtiger en zomerser.

Schaatsen is lekker hoor, maar kan niet wachten tot het weer lente wordt! Dan maar met een minder sexy helm op, maar geskeelerd gaat er worden.

meten is weten

Onderzoekers (w-) meten alles:

Het is altijd leuk onderzoekjes te lezen. Daarmee hoop je altijd je eigen (“goede”) gedrag bevestigd te zien en het (“slechte”) gedrag van anderen dient dan als louter ter lering ende vermaak. Nu wordt er in Nederland (en eigenlijk overal) veel “zin” en “onzin” onderzocht en buitelen de onderzoeksbureaus over elkaar van de ‘schrikbarende’ feiten. En soms, heel soms zie je 2of 3 berichtjes die een beetje op elkaar lijken en die gecombineerd, dan weer tot een leuke column en een stichtelijk woord leiden.

Het Bridget Jones effect:

Volgens marktonderzoekers, heeft 34% van de Nederlanders de neiging naar Fastfood te grijpen wanneer ze niet lekker in hun vel zitten. Hiermee wordt het Bridget Jones effect; het verband tussen gemoed en food, nog maar eens bewezen.

What’s in a name:

Het zal voor niemand een verrassing zijn, dat vrouwen hoger scoren op de “Bridget Jones Index” dan mannen.

Eten is ontspannend:

Uit wetenschappelijk onderzoek is al eerder gebleken dat eten ontspannend is. Vooral bij ons lievelingseten komen stofjes in de hersenen vrij, de zgn. “endorfinen”, en die dempen vervelende gevoelens. Ofwel, eten is op stressmomenten een middel om rustig te worden.
Maar ja, zelfs de lekkerste lekkernijen lossen geen problemen op; ze zijn slechts een tijdelijk lapmiddel en je wordt er dikker van waardoor je weer etc…. Emotie-eten wordt lang niet altijd veroorzaakt door levensgrote problemen. Nee, ook talloze ergernisjes en vage problemen kunnen je aanzetten tot het “eten uit emotie”. Moeten we dan nu alle problemen en stressmomenten uit onze dagelijkse bezigheden bannen: zal moeilijk gaan denk ik. De meesten van ons hebben een baan, een gezin en daartussen moet nog worden gemanoeuvreerd met sportschool/-club, familie, vrienden enzovoorts.

Snakken naar endorfine:

Maar hoe komen we dan aan die “endorfine” die ons dat lekkere rustgevende gevoel geven en onze neiging to snacken onderdrukken?

Het gevoel van euforie:

We weten het allemaal: als je wint voel je géén pijn. We kennen de beelden allemaal: de winnar wint met bovenmenselijke inspanning en vertoont geen spiertje pijn, de verliezer verliest en zijgt, met een van pijn vertrokken gezicht, neer in een stil hoekje. Als je sport maakt je lichaam namelijk endorfine (een gelukshormoon) aan, dat weet men al langer. Deze stof is onder meer verantwoordelijk voor de euforische sensatie die je na een sportieve inspanning kunt ervaren. Onderzoekers ontdekten nu dat dit effect zelfs nog groter is wanneer je samen met anderen sport. Ze testten twaalf roeiers die intens sportten met een virtuele boot. Degenen die alleen trainden hadden meer spierpijn, als gevolg van minder endorfine in hun bloed, dan degenen die samen roeiden.

Gelukkig:

Dat betekent volgens de onderzoekers dat dit niet alleen je sportprestaties verbetert. Volgens hen is deze stof ook nog verantwoordelijk voor het mechanisme dat zorgt dat we gelukkiger worden van activiteiten die we samen doen. Volgens de onderzoeksters: “Hoe een groepsactiviteit endorfine in je bloed verhoogt, is nog niet duidelijk. Maar dit resultaat bewijst wel dat samen bewegen hier verantwoordelijk voor kan zijn.”

Conclusie: sporten zorgt voor endorfine in je bloed. Samen met anderen sporten zorgt er voor dat je lichaam nog meer endorfine aanmaakt. Dat blijkt uit recent onderzoek.

Stichtelijk:

Beloofd is beloofd, dus dan hier alsnog het stichtelijk woord. Ga lekker skaten/skeeleren, doe desnoods, en dat zeg ik met een diepe zucht, aan een “andere” sport, maar ga niet in je uppie, maar lekker met vrienden of vriendinnen. Je ondersteunt en helpt elkaar door moeilijker periodes en je verdient daardoor een extra portie “ 100% natuurlijke dope zonder geur-, kleur- en smaakstoffen”

Je bent een lekkere houdbare man

Je bent een lekkere houdbare man:
Soms, ja heel soms word ik ook heel sprakeloos, verlies mijn tong en kleur blozend rood. “Ja, sorry, ’t floepte d’r zomaar uit” verontschuldigde ze zich nog, eigenlijk ook een klein beetje geschrokken van haar spontane opmerking. “Ik bedoelde er niks mee hoor!” voegde ze er nog aan toe, “maar dat vind ik dus nou wel hè, want veel van de mannen van jouw leeftijd zijn van die ingezakte of uitgezakte zitzakken”, zei ze nog om haar argument van daarnet nog wat kracht bij te zetten. “Niet dat ik vind dat je oud bent hoor, ’t tegendeel” en ze vervolgde zelf ook hevig blozend en met neergeslagen ogen haar weg naar het andere kantoor.

langer houdbaar THT

Het is soms moeilijk een compliment te aanvaarden zoals ’t is zonder daar een bedoeling achter te zoeken. Vooral als het compliment gemeend en spontaan is. Ook laat ’t ons niet makkelijk los als we ongevraagd een compliment van deze of gene krijgen. Vandaar deze blog. Zit er een bedoeling achter een compliment, waarom geeft iemand een compliment?
Beter verlegen met…
Beter verlegen met een compliment als om een compliment zegt mijn moeder altijd en daar mee moet je het dan maar doen. Iedereen reageert anders op complimenten of lof (dat laatste woord wordt boven de Moerdijk nog maar heel weinig gebruikt). Sommigen vinden het geven of krijgen van complimenten een overdreven gedoe of voelen zich opgelaten, raken zelfs in de war. Anderen reageren weer enthousiast  en soms ook verlegen. In het algemeen worden complimenten meer gewaardeerd als men nog kind is of als men ouder wordt. Daar tussen in, als we in de bloei van ons leven zijn, wordt het moeilijker er mee om te gaan. “Zijn we kwetsbaar of voelen we ons kwetsbaar? Kent u dat? Ik moest daar aan denken toen…” zou dominee Gremdaat (alter ego van Paul Haenen) ons met een overwegend traag en zorgvuldig stemgebruik vragen. Complimenten worden daarom in onze maatschappij vaak geformaliseerd. Je krijgt dan, ten overstaan van een groep mensen, die dolblij zijn dat ze niet op jouw plaats staan, een onderscheiding of lintje, of een bosje bloemen of kadobon. Dat formaliseren van complimenteren heeft nog een reden: de meesten onder ons vinden het nog moeilijker om een compliment te geven. Daarom is er bijvoorbeeld ook een complimentendag (echt waar!) secretaressedag, moederdag, vaderdag en omdat het zo moeilijk is om ook een compliment te geven, liep de dame van de spontane ontboezeming uit de eerste paragraaf zelf hevig blozend weg.
Sandwich
“Dat heb je goed gedaan met die klant, maar….” Kijk dat is natuurlijk geen compliment, maar een manier om kritiek te geven, verpakt op een voor de gever vriendelijker manier. De ontvanger zelf is natuurlijk nooit zo blij met zo’n “compliment-kritiek-advies” sandwich, maar daar zit de gever, meestal een manager of een baas,  normaal gesproken niet mee, nee. Die bloost dan ook niet, maar voelt zich apetrots en waarschijnlijk een echte manager na zo’n opmerking. “Laat ‘m maar in die waan, die leert ’t toch nooit” denk ik dan. Frans de Waal schreef het al in zijn boek “Chimpanseepolitiek” en Bert Haanstra heeft het toen zo mooi verfilmd. De Waal observeerde niet alleen, hij interpreteerde ook het gedrag van de chimpansees in termen van ‘menselijke’ emoties en drijfveren en

chimp
chimpanseepolitiek

andersom (http://mvddijk.home.xs4all.nl/files/CHIMPANSEES%20Art%20FrdeWaal%201982.htm). Het boek werd altijd verkocht als zijnde handig voor managers en bestuurders. Nu ik het weer een keer gelezen heb vind ik het vooral handig in het omgaan met managers, tja…waarom zijn er zoveel boeken voor managers over het omgaan met personeel en waarom zijn er zo weinig boeken voor personeel over het omgaan met managers? Dat weet iedereen al lang. Omdat die managers zo onzeker zijn en constant bevestiging en steun nodig hebben en niet de werknemers.

Fake is nep echt:
Gemeende en oprechte complimenten en de gefakete, je herkent ze altijd, direct maar onbewust en door de emotie die door zowel jou als door de gever gaat, duidelijk zichtbaar, onverbloemd en ongemaskeerd. Alles wat gefaket wordt is nep echt.